Betere zorg

Verbetering van de behandeling van eetstoornissen, dat is de onderliggende motivatie voor het onderzoek dat Ankie Roedelof doet naar psychotische belevingen bij jonge vrouwen met een eetstoornis. Ankie is klinisch psycholoog en systeemtherapeut bij Team Eetstoornissen van GGzE. Haar onderzoek wordt uitgevoerd vanuit de Medisch-Psychiatrische Onderzoeksgroep en TOPGGz centrum VIBE van GGzE.

Waarnemingen in de praktijk

“In de praktijk zag ik regelmatig dat cliënten een waanachtig lichaamsbeeld hadden. Ook gaven sommige cliënten aan een stem te horen, waarbij ik me afvroeg of het mogelijk een auditieve hallucinatie zou kunnen zijn”, vertelt Ankie. “De vraag rees of de symptomen die we bij mensen met eetstoornissen zien de juiste betekenis krijgen. En daarnaast of bij mensen met eetstoornissen sprake is van verhoogde psychosegevoeligheid. Want als mensen met een eetstoornis inderdaad vaker psychotische belevingen hebben, dan moeten we onze zorg daarop aanpassen. Behandelmethodes die we gebruiken voor mensen met psychose kunnen dan mogelijk de zorg voor mensen met eetstoornissen verbeteren.”

Onderzoek

Ankie is vervolgens een onderzoek gestart. Nu de analysefase is afgerond, blijkt dat de aanvankelijke aanname, dat algemene psychotische ervaringen vaker voorkomen bij jonge vrouwen met een eetstoornis (n=50), in vergelijking met gezonde leeftijdsgenoten (n=50), niet alleen door de cijfers worden gestaafd; de cijfers zijn zorgelijk hoog.

Ankie: “Je ziet dat in de groep vrouwen met een eetstoornis in de leeftijd van 15-25 jaar die deelnam aan het onderzoek, maar liefst 79,8% milde psychotische ervaringen had tegenover 8 tot 33% in de algemene bevolking. De hoge percentages gelden ook voor de cijfers over psychotische symptomen (56%) en terugkerende psychosen (2016%), tegenover 4 tot 17% en 1,7 tot 3% in de algemene bevolking. Deze cijfers zijn aanmerkelijk hoger dan verwacht. Dit betekent dat jonge vrouwen met een eetstoornis inderdaad een verhoogde psychosegevoeligheid kunnen hebben. In de zorgverlening moeten we dus gespitst zijn op deze problematiek.”

Infographic psychose continuüm-onderzoekspopulatie vrouwen

Resultaten

Op psychose ligt nog een behoorlijk stigma. Wat betekent dit voor de resultaten van dit onderzoek? “Er open over zijn,” zegt Ankie. “Dat begint met doorgronden wat er met iemand is gebeurd, hoe de veranderingen in eetgedrag en de psychose kunnen worden begrepen, wat de rol van trauma en stress is. Herkennen en normaliseren van milde psychotische ervaringen en psycho-educatie inzetten hoort daar ook bij. En waar nodig samen beslissen over een passende behandelmethode voor herstel van de psychose. Dat psychotische ervaringen transdiagnostisch voorkomen is niet nieuw, maar onder verschillende vormen van eetstoornissen was dit niet goed onderzocht. De aanwezigheid van psychotische ervaringen was overigens gelinkt aan de ernst van de eetstoornis waren, maar niet aan een lage BMI (Body Mass Index)”.

Onderzoek afgerond?

Ankie: “Nee, het onderzoek is nog niet afgerond. We hebben ontzettend veel gegevens verzameld en de resultaten zullen dan ook gepubliceerd worden in een viertal artikelen. In het eerste artikel ga ik in op de algemene psychotische belevingen bij jonge vrouwen met een eetstoornis, vergeleken met een controlegroep. In een tweede en derde artikel ga ik dieper in op de anorectische stem en het verstoorde lichaamsbeeld, in hoeverre liggen deze kernsymptomen van de eetstoornis op het psychose-continuüm? Als laatste verschijnt een artikel over netwerkanalyses van data die we verzameld hebben uit de PsyMate,, de app waarin deelnemers aan het onderzoek de vragenlijsten konden invullen. Ik heb dus nog wat werk te verzetten, maar het levert waardevolle informatie op voor verbetering van de behandeling van eetstoornissen”, aldus Ankie.

Lees hier meer over het onderzoek van Ankie