Promotieonderzoek Ashley Parren: Traject van jongeren in de (forensische) zorg met een jeugdreclasseringsmaatregel onder de loep
Hoe zorgen we ervoor dat jongeren met een jeugdreclasseringsmaatregel in de (forensische) geestelijke gezondheidszorg de juiste hulp krijgen? Hoe ziet zo’n traject eruit, wie beslist wat, hoe goed werken ketenpartners eigenlijk samen en hoe ervaren jongeren de hulpverlening?
Dat zijn de centrale vragen in het promotieonderzoek van Ashley Parren, science practitioner bij de Academische Werkplaats Jeugd van Tilburg University en wetenschappelijk medewerker bij GGzE. Zij onderzoekt het traject dat jongeren met een jeugdreclasseringsmaatregel in de (forensische) ggz doorlopen. Van beslissingen die tijdens het traject gemaakt worden tot belangrijke overgangsmomenten en de samenwerking tussen alle betrokkenen. Met als doel: jongeren sneller en beter helpen, op een manier die aansluit bij wat zij écht nodig hebben en daarmee de kans op herstel vergroten.
Vijf groepen jongeren (profielen)
Ashley bouwt voort op een eerder onderzoek van GGzE en Tilburg University, waarin jongeren met een jeugdreclasseringsmaatregel werden onderzocht. Samen met prof. dr. Chijs van Nieuwenhuizen, senior wetenschappelijk medewerker Ilja Bongers en Romie Schonewille MSc (VU Amsterdam) bracht ze uiteenlopende risicoprofielen in kaart.
De uitkomst: er zijn vijf duidelijke groepen jongeren te onderscheiden, variërend van laag tot hoog risico. Deze zijn gebaseerd op factoren zoals de thuissituatie, schoolgang, vrijetijdsbesteding en mentale gezondheid.
“Vooral op het gebied van mentale gezondheid en veiligheid in de thuissituatie zagen we verschillen,” vertelt Ashley. “Medewerkers in de jeugdreclassering benadrukken hoe belangrijk passende hulp vanuit de geestelijke gezondheidszorg is voor deze jongeren. Tegelijkertijd signaleren zij knelpunten zoals lange wachtlijsten en moeizame doorstroom.”
Tweede deel promotieonderzoek
In het tweede deel van haar promotieonderzoek brengt Ashley het gehele traject in beeld van jongeren met een jeugdreclasseringsmaatregel in de (forensische) ggz; om beter te begrijpen hoe die processen verlopen en waar kansen voor verbetering liggen. Ze kijkt dus niet alleen vanuit beleid of cijfers maar gaat juist in gesprek met jongeren, ouders en betrokken professionals. “Ik wil weten: wat werkt al goed? Waar loopt men tegenaan? En vooral: waar liggen nog kansen?”, legt Ashley uit. “Door de eerder genoemde profielen van de groepen jongeren mee te nemen, wordt onderzocht of er verschil is tussen jongeren in de verschillende profielen en het verloop van hun traject. Zijn er jongeren die meer of minder ondersteuning nodig hebben tijdens verschillende fases van hun traject? Dit inzicht maakt het mogelijk om de geboden zorg beter af te stemmen. Als we begrijpen waar het misgaat of vastloopt, kunnen we de zorg gerichter verbeteren. Uiteindelijk gaat het erom dat jongeren hun traject succesvol kunnen afronden en niet terugvallen,” zegt Ashley. Ze kijkt daarom ook naar de sterke kanten van het huidige traject. Ashley: “Wat kunnen we daarvan leren en hoe kunnen we die successen vaker inzetten?”
Wat levert het op?
De maatschappelijke winst is groot. Als jongeren tijdig passende hulp krijgen, vermindert het risico op uitval, terugval en langdurige zorgtrajecten. “Ik wil echt iets opleveren waar professionals in het werkveld iets aan hebben,” zegt Ashley. “Zodat jongeren op tijd de juiste zorg krijgen, op een manier die aansluit bij wat ze nodig hebben.”
