7 februari 2025

Jongeren met ernstige gedragsproblemen zijn extra kwetsbaar binnen de geestelijke gezondheidszorg. Uit recent onderzoek blijkt dat verwaarlozing een grote rol speelt in het ontwikkelen van psychiatrische kwetsbaarheid en samenhangt met gedragsproblemen, zoals agressie of opstandig gedrag. Maar wat betekent dit voor de zorgpraktijk, en hoe kunnen we deze inzichten toepassen om jongeren beter te ondersteunen?

Het verband tussen verwaarlozing en psychiatrische kwetsbaarheid

“Binnen onze studie zien we dat verwaarlozing samenhangt met een grotere psychiatrische kwetsbaarheid en met gedragsproblemen,” vertelt Ingrid Rijkers, klinisch psycholoog in opleiding bij GGzE. “Verwaarlozing, zowel emotioneel als fysiek, heeft vaak grote impact op de ontwikkeling van jongeren. Het hangt niet alleen samen met kwetsbaarheid voor het ontwikkelen van psychische problemen maar gaat ook vaak gepaard met gedragsproblemen zoals agressie en het overtreden van regels.” 

Soorten verwaarlozing en hun impact

Verwaarlozing is een breed begrip. Het onderzoek richtte zich specifiek op emotionele en fysieke verwaarlozing. “Bij emotionele verwaarlozing ontbreekt het vaak aan responsiviteit van ouders, zoals aandacht, steun en erkenning,” legt Ingrid uit. “Dit kan al op jonge leeftijd grote gevolgen hebben. In de eerste levensjaren, wanneer een veilige hechting zich ontwikkelt, kan een gebrek aan emotionele beschikbaarheid van invloed zijn op het ontwikkelen van verschillende psychische klachten.” 

Daarnaast is fysieke verwaarlozing, zoals het niet voorzien in basisbehoeften, ook van grote invloed. De gevolgen van fysieke verwaarlozing worden vaak sneller herkend, terwijl emotionele verwaarlozing minder zichtbaar blijft. 

Ingrid Rijkers, klinisch psycholoog in opleiding bij GGzE
Ingrid Rijkers, klinisch psycholoog in opleiding bij GGzE

Implicaties voor de praktijk

Het onderzoek wijst op belangrijke aandachtspunten voor de zorgpraktijk. “Verwaarlozing wordt soms over het hoofd gezien omdat het niet altijd direct zichtbaar is,” benadrukt Ingrid. “Toch is het essentieel om dit structureel uit te vragen en aandacht te besteden aan de gevolgen ervan in behandelingen.” 

Behandelmethoden zoals schematherapie of meer specifiek imaginatie met rescripting kunnen effectief zijn om de impact van verwaarlozing aan te pakken. Ingrid benadrukt ook de noodzaak van preventieve maatregelen. “Als we vroegtijdige signalen van verwaarlozing kunnen oppikken, bijvoorbeeld via consultatiebureaus of scholen, kunnen we veel leed voorkomen.” 

Daarnaast is het hele systeem rondom een jongere onmisbaar. “Ik geloof sterk in het coachen van ouders en verzorgers om emotioneel beschikbaar te zijn en meer positieve aandacht te geven,” legt Rijkers uit. “Dat kan een enorme impact hebben op de lange termijn.” 

Preventie en signalering

Vaak wordt verwaarlozing pas opgemerkt wanneer problemen uit de hand lopen. Het onderzoek benadrukt daarom het belang van preventie. Professionals in de zorg, op scholen en binnen de kinderopvang moeten getraind worden in het herkennen van signalen van verwaarlozing. Dit vraagt om een systematische aanpak waarbij zowel fysieke als emotionele verwaarlozing serieus genomen wordt. 

“Psycho-educatie en bewustwording van professionals kunnen bijdragen aan een betere signalering en begeleiding van deze jongeren en de ouders/ verzorgers van deze jongeren,” aldus Ingrid. “Hoe eerder we ingrijpen, hoe groter de kans op een positieve ontwikkeling.” 

Conclusie

Het verband tussen verwaarlozing en psychiatrische kwetsbaarheid bij jongeren met ernstige gedragsproblemen vraagt om meer aandacht binnen de jeugdzorg en ggz. Door zowel preventieve als gespecialiseerde zorg te versterken, kunnen deze jongeren beter geholpen worden. Zoals Ingrid treffend samenvat: “Verwaarlozing mag niet over het hoofd worden gezien. Het is onze taak om hier, zowel in de behandeling als in preventie, prioriteit aan te geven.”