14 november 2023

Voorkomen is beter dan genezen. Dat geldt ook voor mentale problemen. Mensen genoeg die ermee worstelen, in elke woonwijk, waar ook in Nederland. Maar hoe bereik je hen? En wat kun je doen om te voorkomen dat ze echt behandeling nodig gaan hebben?

Het antwoord: de dialoog. Althans, als het aan collega’s in de gebiedsteams van GGzE ligt. Bijna een jaar geleden startten zij ‘In Dialoog over mentale kracht’. Een project dat beoogt de mentale weerbaarheid van burgers te vergroten door samen in gesprek te zijn, vooroordelen te overbruggen en te profiteren van elkaars ervaringen. Dat gesprek is niet zomaar een gesprek. De dialoog kent strikte spelregels. Spelregels die ervoor zorgen dat iedereen in een veilige sfeer zijn of haar verhaal kan delen. En die garanderen dat mensen niet van elkaar proberen te winnen maar juist naar elkaar luisteren en zo van elkaar kunnen leren.

Veilig en open

Vorig jaar was het vooral ervaring opdoen, weet Noëlle Tauran. Ze is relatiebeheerder en tevens projectleider. Inmiddels is de subsidie van ZonMw met twee jaar verlengd en GGzE-teams in acht gebieden samen bijna 50 dialoogsessies per jaar voor maximaal 8 deelnemers per groep. Veilige en open ontmoetingen zijn het, geleid door een ervaringsdeskundige gespreksleider die volgens de regels van de dialoog samen met de deelnemers een onderwerp verkent. Zoals Kleur in je Leven, Erbij Horen, Helpende Gedachten of Contact maken. “Klopt, de onderwerpen zijn altijd positief geformuleerd”, zegt Noëlle.

Elke dialoog kent vier stappen. Eerst kennismaken met elkaar en het onderwerp, dan ervaringen delen, dromen uitwisselen en tot slot inventariseren wat de deelnemers morgen al kunnen doen om die droom te realiseren. Die onderwerpen komen niet uit de lucht vallen. Vaak worden ze bepaald door de situatie in de wijk. Voorvallen of ontwikkelingen geven dan aanleiding om erover in gesprek te gaan.

Super positief

De eerste ervaringen waren super positief. “Mensen die zo’n dialoog hadden bijgewoond, waren zonder uitzondering razend enthousiast. Ze zeiden: ‘Wat een geweldige ervaring, eigenlijk zou je iedereen zo’n gesprek gunnen’.” Ook zijn ze vaak verbaasd over het gemak waarmee ze zich verbonden voelen met andere mensen in het gesprek. Mensen openen hun hart voor elkaar. Daarom is die subsidie ook verlengd. De stuurgroep bestaat inmiddels uit vertegenwoordigers van allerlei maatschappelijke partijen. En waar mogelijk zoekt het project aansluiting bij soortgelijke initiatieven, zoals dat van de gemeente Eindhoven dat  probeert polarisatie tegen te gaan.

Best spannend

Het organiseren van die dialoogsessies is een stevige klus. Zeker als het er bijna 50 per jaar zijn. Noëlle: “Cliënten en mensen die gebruikmaken van onze Inloop weten we prima te bereiken. Die vinden het vaak best spannend. Maar als er een begeleider van ons mee gaat, lukt het meestal wel.”  Wijkbewoners daarentegen laten zich veel lastiger strikken. “We gebruiken de bekende kanalen als flyers, social media, advertenties, berichten in plaatselijke krantjes. En we maken gebruik van het netwerk van wijkcoördinatoren, buurtverbinders en wijkwerkers die veel mensen kennen. En toch is het lastig.” Voor de mensen van de gebiedsteams komt dat zoekwerk erbij.

Zonder oordeel

Maar ze zetten stug door. Vooral, meent Noëlle, “omdat we weten hoeveel zulke gesprekken met mensen doen. In die zin zou de dialoog ook heel geschikt zijn voor GGzE zelf. We zijn het niet echt gewend om open en zonder oordeel naar elkaar te luisteren. Te vaak zitten mensen in een vergadering om hun eigen dingen erdoor te krijgen. Als we vaker de dialoog met elkaar voeren, zouden we denk ik veel effectiever en prettiger kunnen samenwerken. En levert het gesprek ook meer op.” Bovendien , meent Noëlle, doet de dialoog recht aan ons streven om iedereen ertoe te laten doen.