Je bent 17 jaar. Vanaf je 2e levensjaar zit je in de hulpverlening, losgeraakt van je ouderlijk huis. Je hebt nog weinig vertrouwen in de mensen om je heen en in de samenleving. Nooit heb je geleerd om met geld om te gaan. Voor je gevoel kom je altijd geld tekort. Zo heb je schulden gemaakt en om dat probleem op te lossen, pleeg je een overval. Dat blijft niet ongestraft en vervolgens word je in een jeugdgevangenis 18 jaar. Je bent voor de wet volwassen geworden.
Meerderjarig worden in detentie is pech hebben als je schulden hebt. Je krijgt geen bewindvoerder want daar is geen financiering voor. Ook krijg je geen bijstandsuitkering. Vanuit justitie ontvang je enkel leef/zakgeld. Je krijgt in detentie weinig uitleg over wat er op je afkomt als je 18 jaar wordt en wat je dient te regelen als je weer in de maatschappij komt.
Jeugdzorg
Gelukkig kun je met een strafrechtelijke maatregel ook worden geplaatst op de Catamaran van GGzE, een forensisch psychiatrische kliniek voor jongeren tussen 14 en 23 jaar die zijn vastgelopen in het leven en daardoor forse problemen tegenkomen. Bij de Catamaran krijg je bijvoorbeeld behandeling voor je verslavingsproblematiek, hechtingsproblematiek, je impulsiviteit en werk je aan het voorkomen dat je weer een delict pleegt. Tijdens de klinische behandeling word je opnieuw aangemeld bij de bewindvoerder en bijzondere bijstand wordt aangevraagd. Omdat je een strafrechtelijke maatregel binnen een GGz-instelling hebt, ontvang je die uitkering nu wel. Als je opnieuw teveel geld uitgeeft en in de schulden raakt dan inventariseert de maatschappelijk werker van de kliniek je schulden en maakt samen met jou een plan hoe dit probleem opgelost kan worden.
Je behandeling in het kader van de Jeugdwet verloopt goed en je zoektocht naar een passende vervolgplek start. Beschermd wonen zou mooi zijn maar dan moet je wel binding hebben met de gemeente waar je uit de jeugdzorg komt. Ook moet de financiering voor je uitstroom geregeld zijn. Meestal heb je een passende Wmo-indicatie nodig. Daarover beslist de gemeente.
Volwassenenzorg
Na afloop van de behandeling is huisvesting vinden dus een groot probleem. Gemeenten hebben een belangrijke positie in het bepalen van een vervolgplek voor jongeren en welke zorg ze krijgen als ze beschermd gaan wonen. Er is al een drempel om van de Jeugdwet over te gaan naar de Wmo. En die blijkt nog hoger te zijn als het gaat om hulpverlening te verkrijgen die aansluit bij je levensfase (adolescentie) en wat je praktisch nodig hebt. Dit sluit niet automatisch aan. Met de levensfaseproblematiek wordt geen rekening gehouden. De stap van de (forensische) jeugdzorg naar de volwassenen GGz is daardoor heel erg groot.
Wetgeving en financiering
“Jongvolwassenen zoals hier geschetst vallen vaak tussen wal en het schip”, aldus Prof. dr. Chijs van Nieuwenhuizen, hoogleraar Forensische Geestelijke Gezondheidszorg. “Wetgeving en financieringsstromen zijn niet op elkaar afgestemd. En dan heb ik het nog niet eens over de ontwikkelingsfase van jongvolwassenen in de leeftijd van 18 tot 23 jaar. De hersenontwikkeling gaat door tot 23-25 jaar. Jongeren maken soms onverstandige keuzes en kunnen de consequenties daarvan niet overzien. Binnen een behandelsetting kun je deze jonge mensen nog ondersteuning bieden. Dan werken we met het netwerk van de jongeren en hebben ze nog tijd om te oefenen.
Maar het gaat niet uitsluitend over behandeling. Jonge mensen krijgen te maken met allerlei wet- en regelgeving. Ze moeten verantwoordelijkheden nemen die ze soms simpelweg niet kúnnen dragen.”
Mark Slaats, maatschappelijk werker binnen De Catamaran vult aan: “Begeleiding in het regelen van allerlei zaken zoals DiGiD, ziektekostenverzekering, inschrijven bij een gemeente of bij het regelen van eventuele toeslagen hebben jongeren niet of nauwelijks. Ook als jongeren in een gezinssituatie verblijven, kan het meerderjarig worden moeilijk zijn. Hoe vind je je weg in dat doolhof?”
Chijs: “Zo kan het gebeuren dat jongeren, zeker als ze uit de hulpverlening komen, het ‘kind van de rekening’ worden. Wil je jongeren goede zorg en behandeling geven dan hebben ze meer ondersteuning nodig op het moment dat ze meerderjarig worden. De vraag is hoe we jongeren een betere start van hun volwassen leven kunnen geven. Versterking van de samenwerking tussen de volwassenen-ggz en de jeugdhulpverlening is hiervoor in elk geval broodnodig.”
Mark: “Jongeren die net 18 jaar zijn, hebben juist in die leeftijdsfase begeleiding nodig van bijvoorbeeld een ambulante therapeut die ook naar de woonlocatie van de jongere komt om meer naast die jongere te staan. Vanuit de volwassenen GGZ is ook een combinatie van psychosociale en praktische hulp nodig om de zelfredzaamheid van de jongvolwassene te vergroten. Daarbij mag er meer oog zijn voor wat er praktisch nodig is zoals huisvesting, hulp in het omgaan met geld, verantwoordelijkheden leren dragen en leren om gerichter hulp te vragen.”
Versterking samenwerking
Het ministerie van VWS heeft hiertoe een aantal actielijnen uitgezet om dit probleem bij de kop te pakken. Dit heeft het ministerie via ZonMw uitgezet. Professionals uit het werkveld, waaronder Chijs van Nieuwenhuizen, hebben de opdracht gekregen om na te gaan hoe de (netwerk)samenwerking en organisatie in de praktijk versterkt kan worden. Een tweede doelstelling is om de financieringsvraagstukken op te lossen bij de samenwerking tussen jeugdhulpverlening en volwassenen-ggz. En als laatste dient de commissie te kijken hoe intergenerationele overdracht bij gezinnen met ouders met psychische kwetsbaarheid kan worden tegengegaan. Oftewel: voorkomen dat de uitdrukking ‘zo vader, zo zoon’ waarheid wordt.
Chijs: “Ik pleit voor een betere samenwerking tussen de verschillende sectoren en een meer afgestemde wet- en regelgeving én financiering. Dan kunnen we deze jongeren/jongvolwassenen díe zorg en begeleiding geven zodat ze een soepelere overgang kunnen maken van hun jeugd naar volwassenheid, zonder tussen de wal en het schip te vallen.”