8 februari 2022

Hoe begeleid je het verlof van een cliënt met tbs? Dat leren medewerkers van De Woenselse Poort tijdens de SUST-training: Samen Uit Samen Thuis. Zonder deze training is het begeleiden van verlof van cliënten met tbs niet mogelijk.

Verlof betekent dat cliënten zich tijdelijk buiten de muren van de kliniek begeven. Dit vormt een belangrijke stap op weg naar resocialisatie: terugkeer naar de samenleving. Tijdens verlof kan een cliënt oefenen met vrijheden en nieuwe vaardigheden. Verlof is iets dat stap voor stap wordt opgebouwd. Een cliënt met tbs gaat in beginsel vaak met twee begeleiders op pad. Wanneer dit goed gaat, zal dit teruggaan naar één medewerker. En uiteindelijk volledig zelfstandig.

SUST

Signalen

In vier dagdelen leren medewerkers bij de SUST-training op welke signalen ze moeten letten vóór, tijdens en ná het verlof. En ook belangrijk: voelt het voor jezelf goed om met deze cliënt weg te gaan? Jan van de Wiel, avond,- weekend,- nachthoofd bij GGzE, geeft de training al ruim tien jaar. “De training bestaat uit zowel theorie als praktijk. Ze leren hoe verlof wordt opgebouwd en hoe je zoiets voorbereid maar ze oefenen ook mogelijke praktijksituaties met acteurs.”

Alle mogelijke scenario’s worden geoefend. Wat als iemand alcohol bestelt terwijl dat niet mag, plotseling erg boos wordt, of ervandoor gaat. “Soms zijn cliënten heel lang niet in de buitenwereld geweest dus dan kan verlof spannend zijn. Hoe reken je af bij de kassa? Hoe ga je om met grote drukte? Verlof bespreek je vooraf met de cliënt en er wordt dan ook altijd gekeken naar mogelijke triggers en risico’s.”

Jezelf observeren

Hoewel verlof meestal gewoon goed gaat, is het goed om als medewerker voorbereid te zijn op mogelijk dreigende situaties. Zeker wanneer het verlof één-op-één is. “Het is belangrijk om bij jezelf te observeren wat er met je gebeurt wanneer je in een spannende situatie komt met de cliënt. Hoe ga je om met die druk en spanning. Elk verlof is uniek en wij moeten zorgen dat het goed verloopt. En het gaat heel vaak goed.”