In 1974 stapte agoog Rob den Otter op 22-jarige leeftijd de wereld van de ggz binnen. Hij begon op de forensische afdeling van toen nog de Rijks Psychiatrische Inrichting. “Een andere wereld met vreemde mensen waar ik niks van wist.” Dat hij binnen de psychiatrie terecht kwam, was niet vanzelfsprekend. Rob werkte in een autogarage en wilde vervolgens in militaire dienst. Daar hadden ze tandartsassistenten nodig, en zo geschiedde: Rob kwam in de zorghoek terecht.
Eenmaal uit dienst solliciteerde hij bij de Belastingdienst en bij de RPI. Hij kwam hier op gesprek bij een zuster (“een soort geflipte non met gestifte lipjes”) en kon een inservice-opleiding tot B-verpleegkundige volgen. “Ik wist niks van de psychiatrie maar het had mijn interesse. De eerste periode keek ik er mijn ogen uit. Met alle mensen was wel iets aparts; het ene verhaal was nog vreemder dan het ander.” Het was nog de tijd waarin mensen met psychiatrische problemen werden ‘weggestopt’ achter de muren van de RPI. “In Eindhoven zei men in die tijd: als je niet goed bent, dan ga je achteraan Boschdijk, linksaf.”
In de familie
Gelijkwaardig
Geduld en uithoudingsvermogen zijn belangrijke vaardigheden geweest tijdens zijn loopbaan. Evenals relativeren en makkelijk contact leggen. “Bij mensen die ernstig in de war waren, duurde het soms even voordat ik helder had wat hun verhaal was. Het is altijd een zoektocht naar hoe je wat meer kleur in iemands leven kunt brengen. Mijn rustige aanpak met de nodige humor hielp daar goed bij. En ik heb cliënten altijd gezien als gelijkwaardig, waarbij ik meer geluk heb gehad dan zij.”
Flinke oplawaai
Na 46 jaar gaat Rob met pensioen. Zijn periode hier leverde hem veel bijzondere ervaringen en anekdotes op. Over demente Jantje die hem een flinke oplawaai verkocht. Over Jolanda die hem maar raar vond tijdens haar eerste opnamedag waarbij hij verkleed was als Sinterklaas. “Het was Sinterklaasavond en ik deed wat gek. Ze dacht: ‘wáár ben ik terechtgekomen?!’” En over de flinke ontwikkelingen die GGzE heeft doorgemaakt. “De psychiatrie stond in mijn begintijd nog zo in de kinderschoenen; nu gaan de ontwikkelingen razendsnel. Er is veel meer aandacht voor behandeling en behoefte van de cliënt.”
Al met al een bijzondere tijd waarin Rob zichzelf en de psychiatrie heeft zien (op)groeien.